Als zijn brandweerpieper gaat, vertrekt relatiebeheerder Arjan direct (maar niet altijd)

Als er één iemand bij Florys als de brandweer gaat is het Arjan den Besten wel. Letterlijk. Tussen zijn werk als relatiebeheerder door is hij vrijwillig brandweerman bij veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. “Het mooiste is de dankbaarheid en waardering die je vaak terugkrijgt nadat je mensen hebt geholpen.”

Stormschade, wateroverlast, een reanimatie of een complete woningbrand. In zijn eerste jaren bij de vrijwillige brandweer rukte Arjan er al minimaal honderd keer op uit om ‘de burger bij te staan’, zegt hij. Hij is al enige tijd zoals dat heet (aspirant) manschap bij de brandweer in zijn woonplaats Ridderkerk – één van de drukste vrijwilligersposten in de regio. “De rode wagens hebben mij van jongs af aan gefascineerd.”, legt de 31-jarige relatiebeheerder zijn passie voor het brandweervak uit. “Maar waar de liefde precies vandaan komt, weet ik niet. Onze basisschool stond bij de toenmalige kazerne. Dagelijks zag je de brandweerauto’s uitrukken. Ook had mijn vader een scanner waarmee je de meldingen kon volgen. Wie weet, komt het daardoor.” De liefde voor de brandweer is niet zoals bij veel andere jongens voorbijgegaan, maar gebleven, zegt Arjan. “Al langere tijd heb ik interesse voor de brandweer. Zo maak ik al zo’n 15 jaar foto’s voor een brandweertijdschrift. Bovendien publiceer ik al langere tijd op mijn eigen website foto’s van alles wat met de brandweer te maken heeft.”

Voorrang

Feit is dat Arjan vandaag de dag – als werk en privé het toelaten – acuut naar de kazerne twee straten verderop fietst om met zijn vrijwillige collega’s hulp te verlenen.  “Laat ik dat alvast vooropstellen: ik heb een drukke baan en een gezin, dus ik laat niet áltijd alles vallen bij een melding. Bij een melding maak je een goede afweging: ga ik wel of niet? Het moet wel kunnen. Toen dit voorjaar storm Evert zich aandiende, zag je van tevoren al aankomen dat het wel eens een drukke dag kon worden. Hoewel we die dag elf keer zijn gealarmeerd, ben ik geen enkele keer mee geweest. Ik had belangrijke belafspraken met klanten en moest een rapportage afmaken voor een klant. Dat heeft op zo’n moment gewoon voorrang. Daarom zijn we met een heel korps.”

“Ik deel mijn werkdagen gewoon in zoals ik deed voor mijn tijd bij de brandweer”, legt Arjan verder uit.  “Mijn agenda is altijd redelijk vol. Er zijn jaarrekeningen die moeten worden afgerond, ik voer gesprekken met klanten en zorg voor de aansturing en planning van het team op kantoor.  Daarom ben ik niet altijd beschikbaar. Maar de pieper kan altijd gaan. Per oproep neem ik een besluit. Als ik dan weg moet, compenseer ik meestal de uren. Ik werk ’s avonds nog even of begin de volgende dag wat eerder. De afspraak met mijn werk is dat ik één dag per week thuiswerk. Die is dan ook beschikbaar voor het eventuele brandweerwerk. De ene dag kan het, de andere dag niet. Maar ik kan vaker uitrukken dan zeggen nee ik kan niet.”

Op scherp

Klanten en collega’s hebben er altijd wel begrip voor als Arjan wordt weggeroepen tijdens een (digitale) vergadering. “Meestal is dat iets in de trant van: mooi dat je dit werk doet. Mensen zijn oprecht geïnteresseerd. De keren dat ik een gesprek afbrak omdat ik werd opgeroepen, werd er begripvol gereageerd. Zeker achteraf.”

Maar waarom heeft Arjan zich aangemeld bij de vrijwillige brandweer? “Wat ik heel mooi vind is dat je klaarstaat voor de maatschappij en de burgerlijke gemeente. Je kan echt het verschil maken”, motiveert hij zijn keuze. “Natuurlijk is de bijbehorende spanning een gaaf element, maar het is niet het mooiste. Dat is de combinatie van een passie en zinvol bezig zijn. Het is ontzettend mooi om dankbaarheid en waardering terug te krijgen van de mensen die je helpt.”

Arjans werkdagen kunnen dus soms anders verlopen dan hij vooraf denkt. “Als vrijwillig brandweerman doe je hetzelfde als een professionele collega. Voor mij is het een hobby, maar niet één waarvan je zegt: nu ga ik eens lekker met mijn hobby bezig zijn. Je moet wel 24 uur per dag paraat staan. Als de pieper gaat, sta ik op scherp.”

Terug naar overzicht